-
1 égarer
égarer [eegaaree]1 doen (ver)dwalen ⇒ de verkeerde weg wijzen, op een dwaalspoor brengen3 misleiden ⇒ van het rechte pad brengen, in verwarring brengen3 zoek raken ⇒ wegraken, verloren gaan1. v1) op een dwaalspoor brengen, misleiden2) zoekmaken, kwijtraken2. s'égarerv1) verdwalen3) zoek raken -
2 route
route [roet]〈v.〉1 weg2 route ⇒ koers, richting, baan♦voorbeelden:route départementale • provinciale wegroute glissante! • slipgevaar!route meurtrière • dodenwegroute nationale • rijkswegtenir bien la route • een goede wegligging hebbenfaire fausse route • op een dwaalspoor rakenen route • onderwegse mettre en route • op weg gaanallons! en route! • vooruit! mars!faire de la route • veel rijdenfaire route avec qn. • met iemand reizenavoir qc. en route • iets op stapel hebben staanf1) weg2) route3) reis -
3 faire fausse route
faire fausse route————————faire fausse route -
4 fourvoyer
fourvoyer [foervwaajee]
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский